De ‘Wet verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs’ is per 1 augustus ingegaan. Dit aangescherpte wetsvoorstel biedt duidelijkheid aan scholen in het basis- en middelbaar onderwijs over wat burgerschap is en wat er van hen verwacht wordt. Hoe scholen hier invulling aan moeten geven staat er niet in.
Wat er wel in dit wetsvoorstel staat is dat leerlingen moeten leren over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Verder staat er in dat scholen een oefenplaats zijn voor burgerschap. Want immers, op school leer je om te gaan met anderen en andersdenkenden. Het is de bedoeling van de wet dat je op school leert luisteren naar de mening van anderen en daar respectvol op kunt reageren. Vanwege de vrijheid van onderwijs schrijft de regering niet voor hoe scholen dat moeten doen.
Het wiel niet opnieuw uitvinden
Maar het is nogal wat; leerlingen leren luisteren en anderen te respecteren. Dat regel je niet zomaar als docent of als schoolbestuur omdat de wet dat nu eenmaal zegt. Gelukkig hoeven docenten en schoolbesturen het wiel niet opnieuw uit te vinden. Onze organisatie, Stichting Nederlands Debat Instituut, heeft al 20 jaar ervaring met precies dat: jongeren overtuigender laten spreken, zorgvuldiger leren luisteren en te zorgen dat ze altijd nieuwsgierig blijven naar de mening van anderen, door te debatteren.
Agree to disagree
We zeggen niet dat onze debatmethode meteen ook leidt tot respect voor anderen, maar het is vaak wel een gevolg. Juist omdat leerlingen zich moeten verdiepen in de meningen en denkwijzen van anderen begrijpen ze beter waarom iemand iets vindt. Als je dat begrijpt is het respecteren van een andere mening makkelijker, zonder dat je het per se eens hoeft te worden met elkaar. En dat, agree to disagree, is een burgerschapsvaardigheid zonder welke een democratisch systeem niet mogelijk is. In een democratie is er immers plek voor de mening van meerderheden en minderheden.
Geschreven door Mei Li Vos