Een opsomming van feiten, cijfers zonder context, of argumenten zonder voorbeelden worden niet onthouden door luisteraars. Dat is zonde, want een inhoudelijk sterk verhaal verdient het om onthouden te worden. Dat iemand jouw betoog onthoudt, is zelfs essentieel om diegene te overtuigen. Daarom geven we je in deze blog drie tips om ervoor te zorgen dat luisteraars jouw speech onthouden.
Tip 1: structuur
Ten eerste is het belangrijk om aandacht te besteden aan een heldere en pakkende structuur. Dit zorgt ervoor dat je luisteraars weten waar je vandaan komt, waar je bent en waar je naartoe gaat met je verhaal. Er zijn drie manieren hoe je dit goed kunt doen: maak je kernboodschap gelijk in één zin duidelijk, maak gebruik van wegwijzers en eindig je verhaal met de cirkeltechniek.
Kernboodschap
Om te beginnen is het natuurlijk belangrijk om jouw boodschap gelijk duidelijk te maken aan het publiek. Wat wil je eigenlijk vertellen? Waar draait je verhaal om? Waar wil je mensen van overtuigen? Maak dit direct duidelijk aan je luisteraars! Dit kun je vaak het beste doen in de inleiding van je verhaal, of aan het begin van je argument. Als je dit vertaalt naar het AUB-model, dan is dit natuurlijk de A: je argument in één zin.
Wegwijzers
Signaalwoorden zijn wegwijzers: gebruik woorden als ten eerste, ten tweede, bijvoorbeeld, tot slot, kortom of dus. Door deze kleine woorden toe te voegen, breng je structuur toe aan je verhaal. Let ook goed op: als je gebruik maakt van een samenvatting aan het eind van je verhaal, dan is het belangrijk dat deze informatief is. Noem dus niet alleen de labels van je argumenten, maar leg ook kort uit wat je met die labels bedoelt.
Cirkeltechniek
Met de cirkeltechniek wordt bedoeld dat je in het slot terugkomt op het voorbeeld dat je in de inleiding hebt gebruikt. Op deze manier heeft de luisteraar het gevoel dat het verhaal compleet en afgerond is. Je zou het voorbeeld zelfs als terugkerend thema kunnen gebruiken in je hele verhaal. Zo krijgt je speech iets herkenbaars voor de luisteraar. Als je bijvoorbeeld in de inleiding begint met een anekdote over jouw opa, dan is het aan te raden om in je slot nogmaals op het verhaal van jouw opa terug te komen.
Tip 2: maak het beeldend
Een tweede manier om ervoor te zorgen mensen jouw speech onthouden is door deze tastbaar te maken. En nee, dan hoef je geen fysieke attributen mee te nemen. Je kunt een verhaal ook tastbaar maken door het beeldend te maken. Hiervoor bestaan twee veelgebruikte manieren. Ten eerste kun je een concrete situatie beschrijven. Als je debatteert over de stelling ‘Vuilnisophaaldiensten mogen niet staken’, dan kun je beschrijven hoe het afval zich elke dag opstapelt. Vertel bijvoorbeeld hoe je hier elke dag langsloopt als je naar school gaat.
Zintuigen aanspreken
Wil je het verhaal nog levendiger maken? Zorg er dan voor dat het publiek zijn zintuigen moet gebruiken. Je kunt met je verhaal beelden, geluiden en geuren oproepen bij de luisteraar. Bij de stelling over vuilnisophaaldiensten die niet mogen staken kun je bijvoorbeeld vertellen over de straten die vol liggen met vuil, het soppende geluid van je schoenen door het kniehoge afval en de geur van rottend afval. Grote kans dat de luisteraars zich deze geuren voor de geest kunnen halen, en dat dit dus ook blijft hangen bij hen. Ze kunnen het haast ruiken!
Check hier een mooi voorbeeld op YouTube: Feats of memory anyone can do | Joshua Foer
Tip 3: betrek het publiek
Een derde manier is om je publiek te betrekken bij jouw speech. Als mensen worden betrokken bij het verhaal, dan hebben zij ook het gevoel dat ze hier onderdeel van zijn. Je kunt het publiek op twee verschillende manieren betrekken bij je verhaal. Ten eerste kun je ervoor kiezen om het publiek aan te spreken. Je kunt je luisteraars natuurlijk welkom heten bij jouw speech, maar ook gedurende je verhaal kun je ze aanspreken met u, jij, jullie of wij. Hierdoor voelt de luisteraar zich sneller persoonlijk betrokken bij het onderwerp.
Stel retorische vragen
Daarnaast werkt het stellen van retorische vragen heel goed. Dit is een vraag waarbij de vraagsteller niet echt een antwoord verwacht. Het antwoord ligt namelijk al verscholen in de vraag. Een voorbeeld dat je vaak in debatten tegenkomt, is de vraag: ‘Beste jury, u wilt toch ook leven in een betere wereld?’. Als je de vraag zo stelt, dan ligt het antwoord voor de hand: waarschijnlijk willen alle luisteraars leven in een betere wereld. Je combineert op deze manier het aanspreken van je publiek met het stellen van vragen.
Conclusie
Dus… wil je dat luisteraars jouw opsomming van inhoudelijke feiten, cijfers mét context, of argumenten mét voorbeelden onthouden? Breng dan structuur aan in je verhaal, maak het beeldend en spreek je publiek aan. Gebruik de genoemde voorbeelden en dan komt het helemaal goed!
Ben jij al een kei in speechen? Of wil je (nog) beter worden? Doe dit schooljaar dan mee aan het NK Debatteren, hier kun je laten zien en horen wat voor vlammende speech jij in huis hebt! We organiseren het NK voor havo/vwo, onderbouw, vmbo en mbo.
Met speciale dank aan: Martijn Wackers (TU Delft)
TRAINING VOOR LEERLINGEN/STUDENTEN
Onze debattrainingen in de klas – gegeven door jonge, enthousiaste en ervaren trainers – bestaan uit een korte uitleg en veel debatteren.
DOE MEE!
Ben je al begonnen met debatteren in de klas? Wij geven drie tips om nu te starten met debatteren!